zaterdag 29 mei 2010

Een tragedie

Toen we hier kwamen wonen, in 2005, stond er aan de Voie Verte in Cormatin een groot gebouw, waarop met koeien van letters stond “MUSEE DU VELO”. Een betere plaats voor een museum gewijd aan de fiets kun je je nauwelijks voorstellen. De eigenaar, iemand uit Tournus, huurde dat gebouw en had er zijn collectie van ca. 200 oude en nieuwe(re) fietsen, belastingplaatjes uit Nederland en België, affiches voor de Tour de France, bekers, truien in diverse kleuren, kortom, alles wat, al was het maar zijdelings, met fietsen of wielersport te maken had, in onder gebracht. We kwamen er nog wel eens, niet alleen voor de collectie, want die hadden we na drie maal wel gezien, maar omdat je er, na een warme dag fietsen, op de cour rustig even een drankje of een ijsje kon nuttigen. Maar in 2007 besloot de eigenaar in overleg met de verhuurder de tent te sluiten, wegens gebrek aan belangstelling en volgens zeggen wegens gebrek aan medewerking (lees subsidie) van de Commune de Cormatin. Het jaar daarop heropende het gebouw zijn deuren, maar ditmaal als Musée du Poilu. Poilu (=behaard) was de bijnaam van de Franse soldaten uit de eerste wereldoorlog. Het museum huisvest allerlei gebruiks- en kunstnijverheidsvoorwerpen, die de soldaten tussen aanvallen door in de loopgraven fabriceerden uit stukken granaatscherf, kardoezen of geweerhulzen. Zelfs het aluminum uit de niet ontplofte tijdbuizen van granaatkoppen werd gebruikt. De collectie is zeker interessant, maar hoewel de Grote Oorlog hier, net als in de rest van Frankrijk haar tol heeft geëist, speelde de echte strijd zich toch beduidend verder naar het noorden af. Het museum lijkt dan ook (letterlijk) een beetje misplaatst. Dat gezegd hebbende, het museum draait nog steeds, en heeft ’s zomers ook aan de “grote oorlog” gewijde toneelvoorstellingen. Er is dus blijkbaar toch een markt voor.
In ons plaatselijke leugenaartje doken de laatste tijd regelmatig artikelen op, die zinspeelden op een heropening van het Musée du Vélo (volgens eigen zeggen “Unique en France”) in Tournus. En inderdaad, het museum heropent zijn poorten op 19 juni a.s., en de gemeente heeft daarvoor een ruimte ter beschikking gesteld. Weliswaar voor 3 maanden op proef, maar toch. Alleen zal de eigenaar van deze collectie, Michel Grézaud, de heropening niet meer meemaken. Hij overleed ruim een maand voordat zijn droom opnieuw werkelijkheid werd......

Voor onze eigen website klik hier

zaterdag 22 mei 2010

Levende geschiedenis

Een van de voornaamste informatiebronnen in een dorpsgemeenschap als Cormatin is de plaatselijke middenstand, en met name de Tabac, waar bijna iedereen zo niet dagelijks, dan wel wekelijks komt om sigaretten, een krant, een tijdschrift of een wenskaart te kopen. Tijdens een van mijn bezoeken daar zag ik dat er de volgende avond een lezing zou zijn met als onderwerp Cormatin en het verzet tijdens WO II en de invloed van generaal de Gaulle in Bourgogne.
Het verband was me niet helemaal duidelijk, maar dat zou misschien wel komen tijdens de lezing. Weliswaar zouden we die dag gasten krijgen in onze gîtes, maar als die op tijd zouden arriveren (en dat deden ze), konden we naar die lezing toe. Op de betreffende avond togen we dan ook naar Salle Beun, een soort dorpshuis, waar iedereen die kon lezen in ons dorp verzameld was.
Het voert te ver om hier de inhoud van de lezing weer te geven. Maar het moet gezegd, dat Gilles Plattret, historicus, schrijver, journalist, politicus en graag geziene gast binnen het lezingencircuit in Saône-et-Loire (grappig genoeg heet dat “conférancier” in het Frans), een goed doortimmerd verhaal had over hoe de oorlog begon, wat de invloed van de demarcatielijn (die vlakbij Cormatin liep) tussen het “vrije” Vichy Frankrijk en het noordelijke bezette Frankrijk was, wanneer en hoe het verzet ontstond en wat de invloed van de Gaulle was in ‘40-‘45 in communes als Cormatin. Het geheel werd verlucht met een projectie van foto’s uit die periode. Overbodig te zeggen dat de oude foto’s vanuit de zaal regelmatig becommentarieerd werden door diegenen die Cormatin nog van vroeger kenden.
Maar wat ik het meest interessant vond, was de persoonlijke insteek van Plattret. Uiteraard was Monsieur P. prominent aanwezig bij de lezing. Plattret vertelde, toen het verhaal over het verzet in Cormatin ging een aantal anekdotes over wat zich hier had afgespeeld, waarbij zowel Monsieur P.’s vader, later gedeporteerd en omgekomen, en Monsieur P. zelf, ook gedeporteerd maar overlevende van Buchenwald een belangrijke rol speelden. Maar niet alleen de naam van Monsieur P. kwam regelmatig voor in het betoog. Er passeerden ook andere namen van (inmiddels voor ons ook) bekende dorpsgenoten de revue, waarvan in een aantal gevallen de nazaten in de zaal zaten.
Deze avond toonde wat mij betreft in elk geval overduidelijk aan dat een betoog over geschiedenis, hoe boeiend en goed gebracht ook, nog aanzienlijk wint aan toegankelijkheid voor het publiek als degene die de lezing geeft ook een persoonlijke band heeft met het onderwerp én met de aanwezigen in de zaal.
Voor wat mij betreft, ik houd de naam van Gilles Plattret in elk geval vanaf nu in de gaten.

Voor onze eigen website klik hier

zaterdag 15 mei 2010

Dorpspraat

Dat het leven in een dorp van het formaat Cormatin vaak veel weg heeft van het dagelijks leven in het fictieve Clochemerle, is al meerdere malen aangetoond in deze Blog.
Een oudere aflevering kreeg onlangs weer eens een vervolg.

Begrip voor elektronica van oudere inwoners houdt niet altijd gelijke tred met de voortgang van de techniek. De nieuwe versterker, aangeschaft door de Commune, en niet, zoals ik abusievelijk aannam, door onze oudstrijder en ex-gedeporteerde Monsieur P. zelf, was weer in volle glorie aanwezig tijdens de kranslegging op bevrijdingsdag bij het monument voor de gevallenen. Na de gebruikelijke redevoeringen moest de Marseillaise weer door het dorp schallen; Monsier P. was echter vergeten hoe de CD-speler werkte, en na fanatiek aan allerlei knoppen gedraaid en op diverse schakelaars gedrukt te hebben, waarbij ook de vaandeldrager het vaandel moest laten zakken om Monsieur P. een handje te helpen, knalde de Marseillaise eruit alsof er een House Party aan de gang was. Het lawaai was hard genoeg om de gevallenen uit hun eeuwige slaap te rukken. Maar dat was nog niet het einde van het officiële gedeelte. Nadat ieders hart weer op normaal ritme sloeg, verplaatste de hele groep zich naar het monument voor de gedeporteerden uit WO II, even buiten het dorp. Wie dacht, dat monsieur P. de CD-speler gewoon voor de zekerheid aan had laten staan, kwam bedrogen uit. Dit keer kreeg hij er namelijk in het geheel geen geluid meer uit. De menigte werd wat onrustig, waarna Monsieur P. aankondigde, dat we dan de Marseillaise maar gewoon moesten ZINGEN. En werd zonneklaar, dat niet alleen Nederlanders moeite hebben met hun volkslied; ook een groot deel van de aanwezigen, met inbegrip van de burgemeester, leken met stomheid geslagen.
Na dit ongemakkelijke intermezzo kan de burgemeester aankondigen waar dit keer de vin d’honneur zou worden genuttigd, en dat er nog meer op het programma stond: het uitreiken van “Un diplôme d’honneur pour les vétérans de la Seconde Guerre Mondiale”. Dat moest voor de wijn gebeuren, en één van de “gelukkigen” was Monsieur P. Na afloop van deze plechtigheid nam Monsier P. nog even het woord. En dat bleek geen dankwoord te zijn, maar een klacht over het feit dat “Parijs” zoveel jaar na dato niet veel meer wist te doen voor de Franse soldaten uit WO II dan te komen met een voddig stukje fotokopie op flyer formaat. Het woord “riducule” was het hoofdbestanddeel van zijn betoog. En ik denk dat bijna alle aanwezigen, de burgemeester incluis, het daar diep in hun hart eigenlijk wel mee eens waren.
De website van La Tuilerie de Chazelle

zaterdag 8 mei 2010

Hoe lees je een verkeersbord?

Tussen Chazelle en La Bergerie, het andere gehucht dat onder de jurisdictie van Cormatin valt, lag een soort van landbouwpad, grotendeels verhard op een kleine 100 m bij La Bergerie na.
Inmiddels, nadat het een tijdje in gebruik was als omleidingsroute tijdens wegwerkzaamheden in Chazelle, is het laatste stuk onverhard inmiddels voorzien van een laag asfalt, en is de weg omgetoverd tot C-weg, een “echte” weg, onderhouden door de Commune. Nadat de weg geopend was voor het publiek (tot dan toe was het een sluiproute, alleen bekend bij de omwonenden), verscheen er een nieuw verkeersbord aan de zijde van La Bergerie. Aan de kant van Chazelle staat nog altijd het “Eigen weg” bordje. Hoe nu het nieuwe verkeersbord te begrijpen? Het bovenste bord betekent hier verboden in te rijden vanaf deze richting. Daaronder staat : behalve schoolbussen van 8h15 tot 8h30 en van 17h00 tot 17h15. Dat leek ons heel vreemd, want dat betekent dat de weg tussen La Bergerie en Chazelle eigenlijk de hele dag gesloten is voor alle verkeer, en dat alleen schoolbussen er twee maal per dag een kwartier langs mogen. In de andere richting is de weg wel de hele dag open.
Navraag bij de mairie leverde het volgende op: de weg is in beide richtingen de hele dag open. Alleen ’s ochtends en laat in de middag, als de schoolbus van Chazelle richting La Bergerie rijdt, is de weg een kwartiertje gesloten voor tegemoetkomend verkeer; de schoolbus hoeft dan niet de berm in te duiken in verband met tegenliggers. Als de bordenmaker eronder had gezet “alléén van 8h15 tot 8h30 en van 17h00 tot 17h15”, zonder verwijzing naar schoolbussen, was het volledig duidelijk geweest. Maar door zo “duidelijk mogelijk” proberen te zijn, werd er een volkomen onduidelijke toestand geschapen. In elk geval kunnen wij nu weer met een gerust geweten buiten de vermelde tijden ongestoord gebruik blijven maken van onze sluipweg!

De website van La Tuilerie de Chazelle