zaterdag 27 maart 2010

Naar de bollen, naar die heerlijke bollen

Nu alweer een hele tijd geleden, toen we hier pas woonden, zagen we langs een aantal wegen in de buurt opeens bordjes staan in de vorm van een narcis met het woord Bonnay erop, of met een narcis erop geschilderd, of met het woord “jonquilles”.
De bordjes leken richtingbordjes te zijn, en het is hier niet ongewoon dat een dorp als Bonnay een bewegwijzerde wandel- of fietstocht uitzet, waarbij dit soort randonnées ook nog een schilderachtige naam krijgen zoals “jonquilles” (narcissen) of “jouvencelle” (bron, fontein). We besloten de bordjes te volgen, maar we kwamen er toen niet achter waar ze heen wezen; opeens hielden de bordjes op, en dat was het dan. Een paar jaar later, we hadden inmiddels vrienden gekregen die daar in de buurt woonden, kwamen we er via hen achter dat de bordjes in de lente werden neergezet, en dat die naar delen van een bos verwezen waar in het voorjaar wilde narcissen bloeien. Dit voorjaar, (de lente was net uitgebroken - en dat gaat hier echt zo) gingen we weer eens bij onze vrienden langs, en die vertelden ons hoe we het beste konden rijden om de jonquilles te vinden. Afgelopen zaterdag trokken we de stoute schoenen aan, wapenden we ons met een camera, klommen in de auto en reden naar de aangewezen parkeerplaats. Er stonden maar weinig auto’s, en we konden ongestoord het bos in wandelen, op zoek naar het Franse equivalent van onze bollenvelden. We waren blijkbaar nog wat aan de vroege kant, want weliswaar zagen we overal narcissen tussen de bomen staan, maar er was nog geen bloem te bekennen.
Afgelopen woensdag, toen het opnieuw prachtig mooi weer was, togen we opnieuw naar het bos. Dit keer stond het grasveld aan de rand van het bos vol met auto’s, en zagen we mensen met armen vol narcissen uit het bos komen. Zoals gebruikelijk in dit deel van Bourgogne, had de “foyer rural” van het dichtstbij gelegen dorp een tent opgezet waar men tegen een bescheiden vergoeding een versnapering kon nuttigen.
Toen we eenmaal in het bos waren, zagen we wat voor schade een horde “natuurliefhebbers” in korte tijd kan aanrichten. Aan de vertrapte grond onder de bomen was nog te zien waar de narcissen in bloei hadden gestaan, maar de enige narcissen die wij nog zagen waren aan de slachting ontkomen doordat ze verstopt zaten onder een wirwar van doornige bramentaken. De paar foto’s die ik van de jonquilles heb kunnen maken, zijn dan ook van de paar bloemen die er nog stonden. Als ik ooit nog eens een keer velden met narcissen in volle glorie wil zien, zal ik dus blijkbaar toch terug moeten naar de geestgronden....

De website van La Tuilerie de Chazelle

zaterdag 13 maart 2010

Tour de France 2010

Wielrennen in Frankrijk is, net als in België en Nederland, een razend populaire sport. Zodra er een al dan niet groot evenement op stapel staat dan zie je ze weer, de mannen (en heel soms vrouwen) in felgekleurd lycra voorovergebogen over hun stuur in grote groepen langs ’s Heeren wegen zoeven, waarbij de voorste renner regelmatig ongearticuleerde kreten uitstoot of een hand of arm opsteekt om de groep achter zich te waarschuwen voor een gat in de weg, een wandelaar, een geparkeerde auto of een overstekend oudje.
En evenementen zijn er genoeg. In juni, als de Tour de France koorts weer toeslaat, beginnen door heel Frankrijk grote groepen renners aan hun eigen bescheiden Tour de Village, Tour de Département of Tour de Région, of simpelweg Tour d’Environnement. Een ieder spiegelt zich aan zijn of haar grote voorbeeld: Alberto Contador, Lance Armstrong, Jan Ullrich, Indurain, LeMond, of voor de ouderen onder hen Hinault, Mercx, Anquetil, Bahamontes...
Ook Cormatin blijft niet gespaard voor grof wielergeweld. Vorig jaar, 2009, kwam de Route de Saône-et-Loire (wielervierdaagse) door Cormatin. Uren van te voren waren de wegen afgezet, teneinde een kleine kopgroep en een groot peloton vrije doorgang te verlenen zonder dat er ongelukken konden gebeuren. Maar deze race valt in het niet bij de echte klassieker, de Tour de France.
In 2006 kwam de Tour weliswaar (nog) niet door Cormatin, maar de finish van de achttiende etappe was in Mâcon; reden voor een paar van onze kamperende wielerfanaten (en sindsdien recidivisten!) om naar Mâcon te fietsen teneinde dat spektakel daar mee te maken. De renners starten de volgende dag voor een tijdrit van Le Creusot naar Montceau-les-Mines. Het transport van Mâcon naar Le Creusot ging per bus of trein.
In 2007 kwam de zesde etappe van de Tour (van Semur-en-Auxois naar Bourg-en-Bresse, ca. 200 km) dwars door Cormatin. Vanaf ruim vóór de lunch tot rond 17h00 was de hoofdweg (D981 Cluny-Givry) afgezet, teneinde ruimte te bieden aan de karavaan gevolgd door de renners zelf. Het circus was inderdaad compleet: luid toeterende reclame auto’s, die met zo’n 50 km per uur door het dorp reden terwijl ze allerhande prullaria uit de ramen gooiend, honderden toeschouwers waarvan enkele zich bijna voor de auto’s gooiden om ook zo’n mooie kartonnen zonneklep te bemachtigen...
En daarna de climax, een gekleurde band die zo snel aan de ogen voorbij trok dat de gezichten van de renners niet veel meer waren dan vage vlekken. Dat jaar hadden we meerdere kampeerders hier die onze camping speciaal hadden uitgekozen vanwege de Tour. Enkele van hen wilden graag de tussensprint zien bij Brancion, maar konden daar, omdat er veel wegen waren afgesloten én bij gebrek aan een gedetailleerde kaart, niet komen....
In 2010 is er weer een etappestart hier in de buurt. De zevende etappe start zaterdag 10 juli 2010 vanaf Tournus (25 km) voor een rit van 161 km naar Station les Rousses. We zijn erg benieuwd of onze echt fanatieke wielerliefhebbers dan wéér van de partij zijn!

De website van La Tuilerie de Chazelle

maandag 1 maart 2010

Storm, een terugblik

In de korte diashow die bij deze Blog hoort zijn enkele beelden te zien van de overstroming in de Vendée en Poitou-Charentes van 28 februari 2010, en wat oud materiaal uit februari 1953.


Als de wind om het huis giert komen er bij mij altijd herinneringen boven drijven aan de rampnacht begin 1953. Gelukkig stormt het hier niet zo regelmatig als in Nederland, maar het kan ook hier goed te keer gaan. Onlangs was het weer zover: de hele kuststreek was ’s ochtends “vigilance rouge” (de hoogste alarmfase) en de rest van het land was oranje. In het avond journaal (de storm was inmiddels over Frankrijk geraasd) kwamen de bekende beelden langs: straten onder water, mensen die uit hun huis werden gedragen, en huizen waarvan alleen de daken nog boven de watervlakte uitstaken. In Bourgogne bleef de schade gelukkig beperkt; vorig jaar februari was het hier wél goed raak geweest, met ruim een dag zonder telefoon en elektriciteit, omgewaaide bomen op ons terrein...
Maar toch moet ik bij dit soort zware stormen altijd terug denken aan die stormachtige nacht begin 1953, toen ik op moest blijven (als kind vond ik dat geweldig!), terwijl via de radio de onheilsberichten binnen druppelden. Dijkdoorbraak hier, verhoogde dijkbewaking daar... Mijn vader zat gespannen te luisteren naar de berichten over een mogelijke dijkdoorbraak in de buurt van Krimpen aan de IJssel, waardoor ook Delft onder water zou komen te staan. En ook het koffertje met waardevolle zaken stond klaar in de gang. De volgende dagen waren er inzamelacties voor kleding en dekens voor de mensen die have en goed hadden verloren en wier huizen volledig blank stonden; mijn lagere school was een inzamelpunt voor dit soort zaken. Daarna kwamen langzaam de eerste beelden binnen, via het Polygoon journaal in de bioscopen (TV was er nog niet of nauwelijks). De ramp van 1953 kostte uiteindelijk het leven aan ruim 1800 mensen, en de voorlopige tol van de storm van gisteren in de Franse kuststreek is “slechts” een kleine 50 doden. En hoewel de schaal van beide gebeurtenissen nogal verschillend is, is het hartverscheurende leed dat van de TV beelden afstraalt hetzelfde.

Nog een nagekomen bericht uit NRC Handelsblad; na dubbelklikken is het artikel bij 100 % nog net te lezen.


De website van La Tuilerie de Chazelle